Uit Europees overleg in het NIWE (Network for Inland Waterways in Europe) is gebleken dat verweesde boten, ook wel end-of-boat-life -boten, een Europees probleem vormen. Naast Nederland kennen ook de vaarwegbeheerders in Engeland en Frankrijk het probleem. Het NIWE werkt aan een gezamenlijk plan van aanpak van de verweesde boten en heeft een aanvraag gedaan voor een Europese INTERREG IVB-subsidie in de North Sea Region.
Polyester
Voor de aanpak van het end-of-boat-life probleem wordt eerst naar de verzameling en de recycling van de huidige verweesde boten gekeken. Deze liggen nu veelal in het waterwegennetwerk en de havens. Het grootste deel van deze bestaande vloot bestaat uit polyester. Hiervoor worden toepassingen gezocht.
Inzameling end-of-boat-life boten
Vervolgens zal er een financieringsmodel voor de inzameling en recycling vastgesteld worden. Op dit moment komen de kosten voor het verwijderen en het verwerken van de achtergelaten boten vaak voor rekening van de vaarwegbeheerders en de jachthaveneigenaren. Dit is in strijd met het principe ‘de vervuiler betaald’. Er wordt gekeken naar verschillende bestaande modellen die zowel in Nederland als in onze omringende landen bestaan.
Recycling
Het NIWE doet verder een aanbeveling aan de jachtbouw voor om te bouwen met recyclebare materialen die makkelijk te scheiden zijn. Door bij de bouw van de jachten reeds rekening te houden met de uiteindelijke recycling kunnen recreatievaartuigen beter worden verwerkt en kunnen kosten worden bespaard.
De NIWE-partners komen uit Frankrijk, België het VK, Zweden en Nederland.
Vorig artikel Volgend artikel