Zeven vragen aan Jannewietske de Vries: ‘We moeten als sector echt innovatief aan de slag gaan’

http://zeven-vragen-aan-jannewietske-de-vries.
17 november 2020  Laatste update: 15 maart 2023

Iedere maand gaan we met een bestuurslid van Waterrecreatie Nederland in gesprek. In deze interviews blikken we terug op de samenwerking van de afgelopen jaren, maar kijken we ook naar de ambities voor de toekomst. Deze maand spraken we met Jannewietske de Vries, burgemeester van de Súdwest Fryslân, met 90 vierkante kilometer de grootste gemeente van Nederland waarvan ruim een derde uit water bestaat.

Lees hieronder de antwoorden op de zeven vragen aan Jannewietske de Vries:

1) Wat is je persoonlijke drijfveer om je in te zetten voor de waterrecreatie?

“Ik ben opgegroeid in Grou, dus midden in een watersportgebied” vertelt De Vries. “Water hoort bij mijn ‘thuisgevoel’. Ik ben heel erg gelukkig dat ik in zo’n mooie omgeving opgegroeid ben. Ik houd zelf ook erg van water als het bevroren is. Ik ben een schaatser en ik heb de Elfstedentocht in 1997 volbracht en daar ben ik nog steeds heel erg trots op!”

Ook professioneel heeft De Vries veel met water te maken: “In 2006 ben ik gedeputeerde van de provincie Fryslân geworden en daar was ik onder andere verantwoordelijk voor het Friese Meren-programma. Dat was een enorm investeringsprogramma in watersport, de infrastructuur en veilig varen. Maar ook het verbeteren van waterfronten en de overgang naar de vaste wal en natuurbeleving. Dat was een heel inclusief programma, zoals je dat nu ook graag ziet. Dat heeft mij heel erg enthousiast gemaakt voor wat je allemaal kunt met het water”.

De Vries vervolgt: “In mijn huidige baan heb ik natuurlijk ook heel veel te maken met water. We zitten in het hart van het Friese Merengebied en hebben 92 jachthavens, 28 gemeentelijke beweegbare bruggen en sinds 2015 ook een top trainingscentrum voor zeilers. Dus het is een ontzettend mooie watersportgemeente.”

2) Wat draag je als organisatie bij aan het realiseren van de Toekomstvisie Waterrecreatie?

De Vries: “Ik zit natuurlijk vanuit de gemeentelijke organisaties in het bestuur. De samenwerking in ‘gemeenteland’ en ook met de provincies is gewoon ontzettend goed. Ik kan die ervaring met samenwerken, vanuit verschillende rollen en vanuit een van de grootste watersportgemeentes, inbrengen in het bestuur van Waterrecreatie Nederland. Ik denk dat mijn ervaring als het gaat om de integrale benadering zoals we die bij het Friese Meren-project hadden heel waardevol is. Als je kijkt naar economische en ecologische aspecten, maar ook naar wat de samenleving en de natuur heeft aan de projecten die je realiseert, hadden we daar een heel inclusieve, integrale benadering. Die ervaring breng ik mee en ik denk dat dat voor de toekomst heel erg belangrijk is. Het is buitengewoon interessant om te kijken naar wat de waterrecreatie kan bijdragen aan de maatschappelijke opgave die we hebben in Nederland en om daarop in te spelen.”

3) Wat zie je als belangrijke ontwikkelingen op het gebied van waterrecreatie?

“Verduurzaming” begint De Vries stellig. “De grote transities en de klimaatopgave die we hebben en daarbij kijken hoe je dat vanuit de waterrecreatie kunt ondersteunen. Emissieloos varen wordt daarin natuurlijk belangrijk. In Súdwest Fryslân hebben we nu twee ‘electric only’-routes. Dat is mooi, met name voor de toekomst, dat die infrastructuur groeit. Innovaties met gerecycled kunststof, daar lopen we hier eigenlijk ook mee voorop. We hebben heel veel steigers en aanlegplaatsen vervangen met gerecycled kunststof. Verder hebben we geëxperimenteerd met 3D-geprinte boten van afvalmateriaal, wat ook weer herbruikbaar is. Mooie circulaire voorbeelden die je ook in de watersport kunt toepassen” vertelt De Vries. “Andere belangrijke aspecten zijn bijvoorbeeld natuurbeleving vanaf het water en schoon water. Zorgen dat de recreanten hun vuile water niet lozen. Kunnen we daar innovaties op de schepen zelf voor bedenken, die ook betaalbaar zijn? Wij hebben bijvoorbeeld toiletten in het buitengebied neergezet, om te zorgen dat het water schoner wordt.”

Een andere ontwikkeling die De Vries ziet is de verschuiving naar dagrecreatie: “Het is een ontwikkeling die al langer gaande is, maar afgelopen zomer door de coronapandemie versterkt is. Veel meer mensen willen een dag gebruik maken van iets. Dat kan een boot zijn, maar ook een SUP of een kiteboard. Er is veel meer vraag naar dagrecreatie, en dat betekent dat wij het watersportproduct eigenlijk moeten verbreden; mensen ‘hoppen’ van het één naar het ander en willen veel variatie. Daarnaast zie ik opnieuw meer waardering voor de ruimte op het water en wat watersport kan bieden, namelijk om gezond te recreëren. Dat is versterkt door de coronasituatie, maar ik zie dat als een enorm mooie kans die we hebben.”

4) Waarom is de samenwerking/partnerschap met Waterrecreatie Nederland belangrijk voor jouw organisatie?

“De publiek-private combinatie vind ik erg belangrijk” vervolgt De Vries. “Want we moeten het ook samen doen. We hebben nu een platform waar we allemaal bij elkaar zitten: iedereen die iets met dat water heeft en doet. Het is niet meer alleen van de overheid, maar echt een publiek-privaat netwerk. Dat vind ik een hele goede zaak.”

5) Wat is de belangrijkste mijlpaal die bereikt is in de samenwerking afgelopen jaren?

“Lastig om te beantwoorden” legt De Vries uit, die pas één vergadering heeft bijgewoond. “Eerder was ik als gedeputeerde betrokken bij Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN, de voorloper van Waterrecreatie Nederland, red.) maar ik ben gestopt in 2014. Ik kan slecht beoordelen wat er in de tussentijd gebeurd is. Maar ik zie wel hoe goed de stichting er nu bij staat, in die publiek-private samenwerking. En dat is op zich al een hele mijlpaal.”

6) De ambities van Waterrecreatie Nederland zijn gebaseerd op de speerpunten ‘Duurzaamheid’, ‘Routenetwerken en voorzieningen’ en ‘Veiligheid’ met als overkoepelend thema ‘Waterbeleving’. Waar zie je kansen voor concrete resultaten en intensievere samenwerking?

De Vries: “Duurzaamheid noemde ik al eerder, dat vind ik een heel belangrijke. Vooral ook dat we daar innovatief gaan zijn als sector. Voor de ondernemers en de markt is het ook heel belangrijk dat we een toekomstbestendige watersector hebben: ‘Nederland Waterland’. Een ‘triple helix’ samenwerking, waarbij je het hele netwerk nodig hebt. Het zou heel interessant zijn om de samenwerking te zoeken met de technische universiteiten en het ondernemerschap, de overheid zou dat naar mijn idee moeten faciliteren. Als het gaan om het thema Veiligheid heb je te maken met die hele grote groep nieuwe watersporters die afgelopen zomer de watersport ontdekt hebben. Dat zijn veelal mensen die niet al generaties op het water te vinden zijn en die om meer variatie vragen. Dat behoeft extra aandacht, om dat veilig te laten verlopen. ‘Varen doe je Samen!’ heeft daarbij eigenlijk een nieuwe opgave.”

Kijkend naar de toekomst zegt De Vries: “Ik zie ook een kans om meer te kijken vanuit het water dat we hebben. En dan in de zin van: welke bestemming geef je aan een bepaald meer of aan een bepaalde route en voor wie is het interessant? In ons gebied (Súdwest Fryslân, red.) zie je dat we heel veel functies mengen. Er moet ruimte zijn voor snelvaarders, voor boten die diep steken en alles moet eigenlijk door elkaar kunnen functioneren. En dat is eigenlijk niet logisch als je kijkt naar de plek, naar hoe het water er eigenlijk uit ziet. Vraag je af: ‘Wat doe je waar, wat is de bestemming van een water en welke wateren zijn van nature geschikt voor bepaalde gebruikers?’. Dat zijn heel interessante vragen voor een volgende stap die wij hier in ons gebied willen gaan maken, maar een stap die ook breder voor Nederland interessant is. Zoek naar een ‘natuurlijke’ plek voor het type recreatie.”

7) Op welk onderwerp denk je dat de samenwerking in de toekomst belangrijk zal worden of zijn?

“Als het gaat om klimaatadaptatie moet je als watersportsector kijken hoe je daar ook je maatschappelijke bijdrage aan kunt leveren” vervolgt De Vries. “Dat heb ik nu nog niet zo concreet, maar het zou mooi zijn als we daar met een pilot komen. Bij thema’s als verduurzaming en circulariteit, daar hebben we al concrete beelden bij. Maar wat zouden we met de sector aan klimaatadaptatie kunnen bijdragen? Hebben we meer plekken voor waterberging nodig, gaan we weer polders onder water laten lopen? Wat gaan we doen? Als het gaat om de ruimtelijke ordening is er in Nederland veel concurrentie omdat we zoveel opgaven hebben. Het is belangrijk om te kijken wat er in de Nationale Omgevingsvisie komt als het gaat om waterrecreatie. En hoe we dat kunnen verbinden aan de klimaatagenda. Dat zijn interessante vraagstukken voor de toekomst.”

Tot slot benadrukt de Vries nog eens de kans die ze ziet voor Nederland als ‘Waterland’: “We moeten daar echt innovatief mee aan de slag gaan. Dan kunnen we de kennis die er in Nederland is gaan benutten en koppelen aan het ondernemerschap dat we hebben, om dat zo echt te laten uitblinken.”

Lees ook:

Vorig artikel Volgend artikel
Meld u aan voor de nieuwsbrief

Twitter