Zeven vragen aan: Klazien Hartog (HHNK) en Otto van der Galiën (Wetterskip Fryslân) – ‘De platformfunctie is voor de waterschappen heel belangrijk’

http://zeven-vragen-aan-otto-galien-klazien-hartog
04 december 2020  Laatste update: 15 maart 2023

Het laatste interview in de reeks is een bijzondere: het eerste duo-interview. Aan het woord zijn Klazien Hartog, lid Dagelijks Bestuur van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, en Otto van der Galiën, lid Dagelijks Bestuur van Wetterskip Fryslân, beiden zijn bestuursleden vanuit de Unie van Waterschappen.

Lees hieronder de antwoorden op de zeven vragen aan Klazien Hartog en Otto van der Galiën:

1) Wat is je persoonlijke drijfveer om je in te zetten voor de waterrecreatie?

Klazien Hartog steekt enthousiast van wal: “Ik ben bijna geboren in het water. Als kind hadden we water voor de deur en konden we zo de Zaan in springen. En we gingen voor de deur waterskiën, daar waar het niet mocht… en zo hebben we van alles gedaan. Zo kwam ik al vroeg in aanraking met water. Later kwamen daar aspecten als kwaliteit en beleving van water bij. Daarom vind ik het ook zo mooi om in het bestuur van de stichting Waterrecreatie Nederland te zitten; water moet je beleven, daar is water voor en dat mag en kan ook met water. Persoonlijk kan ik niet zonder water, en waterrecreatie is altijd mijn mooiste manier van recreëren geweest.”

Dezelfde vraag stellen we aan Otto van der Galiën, een van weinige Friezen die geen watersporter is, zo legt hij uit. “Ondanks dat ik in dé watersportprovincie van Nederland ben geboren, was dat net in een gebied waar eigenlijk geen waterrecreatie plaatsvindt, of in ieder geval veel minder. De enige link die ik met watersport heb is die op het moment dat water bevroren is en je erop kunt schaatsen. ‘Dan ontdooien de Friezen’ zegt men wel eens, en dat geldt voor mij ook. Maar verder heb ik persoonlijk weinig met watersport en -recreatie zoals Waterrecreatie Nederland daarmee bezig is. Maar voor het werk van het Wetterskip is het natuurlijk wel van eminent groot belang, en we hebben er alle belang bij om samen met de provincies en de gemeenten ervoor te zorgen dat de waterkwaliteit zo goed mogelijk is. Zodat de waterrecreant goed aan zijn trekken komt in onze provincie.”

2) Wat draag je als organisatie bij aan het realiseren van de Toekomstvisie Waterrecreatie?

Van der Galiën vervolgt: “Het mooie van het bestuur van Waterrecreatie Nederland is dat zowel de overheid als de particuliere verenigingen en stichtingen die met waterrecreatie te maken hebben daar aan tafel zitten. Ik zie het als een platform waarbij iedereen – als het goed is- de neuzen dezelfde kant op heeft. Omdat iedereen hetzelfde belang heeft. Toch bekijkt iedereen het door zijn eigen ‘bril’. Het sterke vind ik dan ook dat er van alle kanten en vanuit al die oogpunten informatie samen komt en dat geeft een goed beeld.”

Gevraagd naar het gezamenlijk belang voor de waterschappen zijn beiden eensgezind. “Dat is waterkwaliteit” zegt Hartog. “De Kader Richtlijn Water (KRW) is bij ons natuurlijk heel belangrijk. Daarnaast is de maatschappelijke blik ook heel belangrijk. Een voorbeeld is wat wij wel eens het Sinterklaasprofiel noemen: wij baggeren de sloten op een bepaalde diepte. Maar als je nou weet dat Sinterklaas elk jaar bij die steiger aan gaat leggen en dat het daar net niet diep genoeg is, dan bagger je dat stukje even mee. Je moet een brede kijk hanteren in de uitvoering van je wettelijke taak. Anderzijds hebben we geld voor onze kerntaken en kunnen we niet zomaar alles erbij gaan doen.”

3) Wat zie je als belangrijke ontwikkelingen op het gebied van waterrecreatie?

Hartog vervolgt: “Eén van de belangrijke ontwikkelingen waar we met elkaar een stap in kunnen zetten is: emissieloos varen. Maar ook de vele voordelen van de registratie van zwerfboten. En waar wij veel mee te maken hebben is de schade aan oevers door té snel varen. Op die gebieden kunnen we elkaar vinden. En als het gaat om waterkwaliteit liggen er soms ook wel tegenstrijdige belangen. Wij kunnen een plantenrijk water als waterschap heel mooi vinden, maar wie daar met zijn motorboot wil varen, is daar weer minder blij mee.”

Van der Galiën vult aan: “Een ander element wat je het afgelopen jaar ook weer hebt gezien is dat we weer een relatief warme zomer hadden. Dat leidt tot veel drukte op het water. Maar niet alleen op het water, ook aan het water: in april en mei zagen we dat het ledenaantal van de Sportvisserij enorm is toegenomen. Ik geloof dat alleen al in ons gebied 40.000 sportvissers zijn, dus dat is een behoorlijk aantal. En die mensen willen ook gefaciliteerd worden. Maar, dat wreekt zich wel eens met ‘de bootjesmensen’. Dus de vraag is: hoe zorgen we er met zijn allen voor dat iedereen optimaal gebruik kan blijven maken van het water in Nederland. Dat vind ik wel een van de belangrijkste ontwikkelingen, maar ook uitdagingen die we hebben. Verder sluit ik me aan bij wat Klazien eerder zei over het plantenrijke water. Dat is ook iets wat de HISWA bij ons heeft aangekaart. Die wederzijdse belangen moeten we goed in het oog houden. En dat komt bij Waterrecreatie Nederland goed samen.”

4) Waarom is de samenwerking/partnerschap met Waterrecreatie Nederland belangrijk voor jouw organisatie?

Van der Galiën: “Dat is wat mij betreft die platformfunctie. En daarnaast horen we op deze manier wat er leeft bij de gebruikers van ons water. En dat nemen we dan ook zeker mee. Daarom is het ook heel belangrijk dat mensen vanuit de Unie van Waterschappen hierbij betrokken zijn.” Hartog onderschrijft dat en voegt eraan toe: “Het is ook een platform waar je als waterschap je zorgen kwijt kunt over dingen die we zien ontstaan. En daarbij kun je gelijk goed terug horen hoe de andere partijen die aan tafel zitten daarnaar kijken en waar zij tegenaan lopen. Dat zorgt er ook voor dat je met begrip voor elkaars situatie kan gaan kijken naar bepaalde oplossingen die voor iedereen werken. Het is dus heel goed dat we nu een platform hebben waar we op een veilige manier met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Naar mijn idee hebben we nu een goede setting waar je best wel iets op tafel kunt leggen. Ik vind de huidige samenwerking heel mooi en ook heel nuttig. Dat kunnen we de komende jaren nog verder benutten, ook omdat de waterschappen zo anders in de maatschappij gaan staan en de rol de komende jaren anders gaat worden. Als je kijkt naar klimaatadaptatie, hittestress maar ook toenemend gebruik van het water en recreatiegebieden dan denk ik dat je de komende jaren een intensievere samenwerking zult krijgen.”

Van der Galiën voegt toe: “De positie van het waterschap verandert inderdaad. Als je ziet hoe de positie binnen de regionale overheid al veranderd is ten opzichte van 20 jaar geleden. Het waterschap wordt nu als een volwaardige partner aangezien en dat is wel een belangrijke ontwikkeling.” Hartog: “Sterker nog: we worden als zeer belangrijk aangemerkt. Er wordt anders naar de waterschappen gekeken en er worden ons ook daardoor andere rollen toebedeeld.”

“Dat zie je nu ook in deze corona-tijden” zegt Van der Galiën. “De zuiveringen spelen een heel belangrijke rol bij de vroege signalering van coronabesmettingen. Daarmee toont de overheid ook wel aan dat het waterschap heel veel kennis in huis heeft en daar gaat gebruik van gemaakt worden.”

5) Wat is de belangrijkste mijlpaal die bereikt is in de samenwerking afgelopen jaren?

Ondanks dat beiden pas een jaar in het bestuur zitten hebben, zien ze belangrijke mijlpalen. Van der Galiën: “Ik zie wel veranderingen ten goede. Bij de eerste vergadering die ik meemaakte reageerde iedereen heel strak vanuit zijn eigen achtergrond. De laatste paar keren zie ik dat we toch meer naar iets gezamenlijks toe gaan.  Er is meer begrip voor andere organisaties en er wordt ook beter naar elkaar geluisterd. Ik denk ook dat we op die toer verder moeten.”

Hartog: “Ik beaam wat Otto zegt, aanvankelijk was iedereen vanuit zijn eigen schuttersputje aan het schieten. Dan is het moeilijk om tot een hoger plan te komen. Maar dat lukt nu steeds beter en ik merk dat we elkaar proberen te vinden en elkaar ook opzoeken. Ik vind de sfeer de laatste tijd erg goed en daarom kun je ook met elkaar naar de toekomst gaan kijken. Je zit er allemaal met eigen belang, maar je moet die gezamenlijkheid weten vast te pakken en van daaruit met elkaar verder gaan.”

Van der Galiën voegt toe: “Een onderwerp waar ik gevraagd ben aan mee te werken is de Agenda Duurzaamheid. Dat is in de laatste bestuursvergadering goed neergezet en daar kunnen we ook verder mee. Dat is naar mijn idee een concrete mijlpaal die we bereikt hebben. Dat moet nu een vervolg krijgen, maar er is wel een eerste stap gezet.”

6) De ambities van Waterrecreatie Nederland zijn gebaseerd op de speerpunten ‘Duurzaamheid’, ‘Routenetwerken en voorzieningen’ en ‘Veiligheid’ met als overkoepelend thema ‘Waterbeleving’. Waar zie je kansen voor concrete resultaten en intensievere samenwerking?

“Kansen zijn er overal, echt overal” zegt Van der Galiën. “Als je kijkt naar het overkoepelende thema, waterbeleving, dan zijn er overal kansen. Ik heb bijvoorbeeld laatst hier in ons gebied een visvijver geopend samen met een wethouder van de gemeente en Sportvisserij Nederland. In die visvijver mag alleen nog loodvrij gevist worden. Dat is ook weer een stap naar een betere waterkwaliteit en betere waterbeleving. Zo hebben we bijvoorbeeld ook hele goede gesprekken met de HISWA gevoerd over de planten in de meren. Kansen zijn er volop, maar we moeten elkaar vinden en daar gaat het om.”

Hartog vult aan: “Helemaal mee eens, en ik zie ook dat wij als waterschap waterbeleving nodig hebben om ons ‘waterverhaal’ te kunnen vertellen. Alleen dan kunnen we zichtbaar maken wat we zijn en wat we doen. Iedereen is wel gewend dat die dijk al 100 jaar goed onderhouden wordt, dus daar zijn we niet zichtbaar. Juist zomers als het gaat om waterkwaliteit en zwemwater, natuurvriendelijke oevers en noem maar op. Dat zijn de plaatsen waarop wij zichtbaar zijn voor de recreanten. En als je er op die manier naar kijkt dan zijn er heel veel manier om elkaar te versterken.”

7) Op welk onderwerp denk je dat de samenwerking in de toekomst belangrijk zal worden of zijn?

Van der Galiën: “Het zou mooi zijn als we toe zouden kunnen werken naar een langetermijnvisie. ‘Waar willen we staan met de waterschappen in 2030 en wat willen we dan bereikt hebben?’. Wat zijn onze doelstellingen op thema’s als emissieloos varen wat Klazien net al noemde, maar ook als het gaat om bijvoorbeeld afvalwater van recreatieboten. Kunnen we daar een gezamenlijke strategie van maken? Het zou wel heel mooi zijn als we daarin stappen kunnen maken.”

Hartog vervolgt: “Uiteraard sluit ik me daarbij aan. Ik zie wel een verschil tussen een waterschap en alle andere partijen met wie we aan tafel zitten. Als waterschappen zijn we zo gewend om jaren vooruit te kijken. 2025 zijn we al voorbij, we kijken naar 2030 of 2050 zelfs. Wij zijn gewend om op de lange termijn te werken en ik denk dat je dat als stichting Waterrecreatie Nederland ook zou moeten doen. Ook omdat het heel lang duurt voordat je alle neuzen dezelfde kant opgedraaid hebt. Juist door met elkaar een lange termijn agenda op te stellen, kun je elkaar daarin versterken. Pas dan kun je agenda’s over elkaar heen leggen en heb je kans dat je over 10 jaar heel veel dingen voor elkaar kunt gaan krijgen. Juist omdat er dan rekening met elkaars plannen en ideeën kan worden gehouden. Voorbeeld: je ziet steeds meer mensen die in eigen land blijven recreëren en een boot of een camper kopen. Dat gaat de komende jaren doorzetten. Bij een dijkversterking zou je daar rekening mee kunnen houden door gelijk een steiger en camperplekken te maken. Maar dan moet je die wensen wel van elkaar kennen en dan kan je echt stappen maken.”

Lees ook:

Vorig artikel Volgend artikel
Meld u aan voor de nieuwsbrief

Twitter