Hoofdstuk 6 – Economie

De recreatievaart draagt bij aan de (regionale) economie. Voor verdere economische ontwikkeling is het van belang om inzicht te krijgen in de economische cijfers over de watersportindustrie. Met deze cijfers kan ook inzicht verkregen worden in trends in de waterrecreatie.

6.1 Omzet Watersportsector

In opdracht van het toenmalige Ministerie van Infrastructuur en Milieu is de Maritieme Monitor in 2016 door Ecorys uitgevoerd. Hierin zijn o.a. de cijfers van de omzet van de watersportindustrie tussen 2006 en 2015 berekend.

  • De bedrijven die tot deze sector behoren zijn: jachthavens, reparatie & onderhoud, detail- & groothandel en verhuur & vaarscholen, hengelsportbedrijven, zeilmakerijen en het verzorgen van vistochten, naast ontwerp van jachten en jachtbouw. In deze cijfers is ook de (super)jachtbouw opgenomen.
  • De (super)jachtbouw kent een eigen dynamiek binnen de sector en is voornamelijk gericht op export, in tegenstelling tot de rest van de sector. Dit betekent dat deze een vertekend beeld geeft van de omzet van de totale sector. Ter illustratie nam de export tussen 2014 en 2015 marginaal toe als gevolg van toenemende export door de superjachtbouw, terwijl er voor de gehele sector een lichte daling was.
  • De omzet van de volledige sector steeg tot 2008, waarna het tot 2012 daalde. Daarna stabiliseerde de omzet, met een lichte daling in 2015. In 2015 was de totale omzet 94% van wat het in 2006 was.

1. Omzet van de watersportindustrie per jaar (Maritieme Cluster Monitoring 2016, Ecorys, 2016)

Om een completer en exacter beeld te krijgen van de omzet van de waterrecreatiesector, zou ditzelfde onderzoek moeten worden uitgevoerd, zonder de (super)jachtbouw bij de watersportindustrie te betrekken. Verder zou de verhuur en verkoop van allerlei ander waterrecreatiemateriaal (SUP-boards, kano’s, (kite)surfborden) ook onderzocht moeten worden in het volgende onderzoek.

6.2 Werkgelegenheid

In de HISWA Conjunctuur enquête is aan de respondenten gevraagd wat hun verwachting is wat betreft het personeelsbestand. Alhoewel deze cijfers een beeld schetsen van de werkgelegenheid, blijven deze cijfers een gevoelsmatige aanduiding, in plaats van een concrete aanduiding van de werkgelegenheid binnen de watersportsector in Nederland.
In de afgelopen drie jaar (eerste kwartaal van 2015, 2016 en 2017) geeft respectieve-lijk 87 %, 77 % en 74 % van de onderzochte bedrijven aan dat ze precies voldoende personeel in dienst hebben. Respectievelijk 6 %, 3 % en 3 % geeft aan een overschot aan personeel te hebben en 7 %, 20 % en 17 % geeft aan een tekort aan personeel te hebben.

6.3 Bestedingen

Aan de bestedingscijfers tijdens vaarvakanties is te zien dat een groot deel van de bestedingen in het IJsselmeergebied anno 2014 worden uitgegeven aan winkelen, bezienswaardigheden bezoeken, overnachtingen en ‘overig’. Tijdens dagtochten wordt het grootste deel van de bestedingen aan horeca, boodschappen en lig- of passantengeld besteed (bijna 75%). Er wordt gemiddeld € 117 per dag besteed. Een jaarlijkse update van deze cijfers is nodig om een goed beeld te krijgen van de ontwikkelingen binnen de bestedingen.

2.Gemiddelde uitgavenbedragen tijdens vaar-of zeildag in het IJsselmeergebied anno 2014 (Recreatietoervaart in het IJsselmeergebied, Waterrecreatie Advies BV, 2014)

6.4 Bezit

In 2013 waren er ongeveer 7.569.500 huishoudens in Nederland (CBS, 2015), waarvan ongeveer 18,7% (1.413.500 huishoudens) aan watersport doen (NBTC-NIPO, 2013).
Van alle huishoudens die aan watersport doen, bezit 34% een recreatief vaartuig/uit-rusting (NBTC-NIPO, 2013). De meeste mensen hiervan bezitten een kajuitboot, een open boot of duikuitrusting. In 2013 overwogen van deze bijna 410.000 Nederlandse huishoudens de aanschaf van ruim 490.000 boten en watersportuitrustingen voor de komende 3 jaar.


3. Aantal Nederlandse watersporthuishoudens dat aanschaf overweegt, onderverdeeld naar toetreding en vervanging (Hét watersportonderzoek, NBTC-NIPO, 2013)

In 2013 voer het grootste deel van de waterrecreanten in een eigen boot. Slechts vijf procent van alle waterrecreanten huurde of leende een boot. Doordat uit de tellingen in de aantallen van de vloot blijkt dat het bezit afneemt, is het relevant om te weten welke verschuivingen in bezit plaatsvinden of hoe het zich verhoudt met nieuwe cijfers van vaarbewegingen en huur. Nieuwe cijfers hiervan zijn nodig om een goed beeld te schetsen van de werkelijkheid.


4. Percentage vaarders dat in eigen-, geleende- of huurboot vaart (Recreatietoervaart in het IJsselmeergebied, Waterrecreatie Advies BV, 2014)


5.  Bezit van watersportartikelen onder Nederlanders die aan watersport doen (Hét watersportonderzoek, NBTC-NIPO, 2013)