Rijkswaterstaat gaat onderzoek doen naar het bevaarbaar maken van het Schuitengat bij Terschelling. Deze populaire, kortere route van het eiland naar Harlingen en richting Noordzee, wordt op de natuurlijke manier dieper en is nu toegankelijk voor de scheepvaart. Vorig jaar bracht Rijkswaterstaat groene en rode vaarwegmarkering aan in de geul. Sindsdien is het Schuitengat een officiële vaarweg.
Omdat er niet sneller van 20 kilometer per uur mag worden gevaren, kan Rederij Doeksen er niet langs. De rederij wil dat wel graag. „De route scheelt tijd, geld en het milieu wordt gespaard”, zegt Rudy Herrema van Doeksen.
Die wens kent Rijkswaterstaat. Mede hierom wil de dienst nu onderzoeken hoe de geul zich zal ontwikkelen en hoe groot de kans is op een stabiele vaarroute. Ook moet helder worden hoeveel er gebaggerd moet worden om het Schuitengat op diepte te houden. Baggeren mag alleen als een geul uit zichzelf dieper wordt. Het onderzoek start eind van de zomer en is in het najaar klaar.
De veerbootroute naar Terschelling ging tot midden jaren negentig ook via het Schuitengat. De geul slibde dicht en vanwege de onbeschutte ligging was baggeren een moeilijke klus. Nu de geul weer op een natuurlijke wijze wordt uitgediept, maakt de plezier- en chartervaart al weer gebruik van de route. Volgens Rijkswaterstaat vaart de sneldienst van Doeksen af en toe door de geul.
Een obstakel vormt een drempel aan het einde van de geul, dichtbij de Vliestroom. Die drempel die circa 800 meter lang is, varieert tussen de -2,7 en 4 meter ten opzichte van NAP. De breedte hier is tussen de 80 en 150 meter. De veerboot vereist een breedte van 120 meter.
Vorig artikel Volgend artikel