“Je moet mij daar helemaal niet voor hebben, ik ben echt een landrot!”, was het antwoord van Ankie van Dijk, directeur van Wandelnet, op de vraag of we haar vijf vragen over waterrecreatie mochten stellen. Toch ging ze akkoord en er bleken opvallend veel raakvlakken te zijn.
1) Wat is je persoonlijke band met waterrecreatie?
“Zoals ik al zei, ik ben een landrot,” begint Van Dijk. “Ik ben wel echt een buitenmens, ik ben ook buiten de stad opgegroeid, maar het ‘waterige’ heb ik niet van jongs af aan meegekregen. Laatst vond ik een verhaal terug dat ik in de tweede klas van de lagere school heb geschreven. De opdracht was om een verhaal over je toekomst te schrijven, ik heb er zelfs een prijs mee gewonnen. Het grappige was, dat verhaal was getiteld ‘Ankie, schrijfster op een boot’. Dus, ik wilde schrijfster worden op een boot. En nu ben ik directeur bij Wandelnet en heb ik geen boot!” zegt Van Dijk lachend. “Maar ik denk dat dat romantische beeld te maken heeft met de rust van het water, om in je eigen cocon te zijn en zo in alle rust te kunnen schrijven”.
“Ik woon in Amersfoort aan stadswater” vervolgt Van Dijk. “Het leuke daaraan vind ik dat er altijd leven en reuring is. Als ik thuis zit te werken kijk ik erop uit, de kinderen kunnen er met een roeibootje in spelen, de zwanen zitten er te broeden, de waterkippen maken ruzie met de eenden, water is altijd levendig. Maar mijn perspectief is altijd wel van de kant naar het water en niet vanaf het water naar de kant.”
2) Wat zie je als belangrijke ontwikkelingen op het gebied van waterrecreatie?
Van Dijk: “Waterrecreatie is vakinhoudelijk natuurlijk niet mijn directe wereld, maar zijdelings zie ik wel het een en ander. Je ziet nu bijvoorbeeld dat in de hele kijk op Nederland, als het gaat om de fysieke inrichting, dat daar heel veel verandert. Onlangs hebben wij het ‘Biesboschpad’ geopend. Dat zijn plekken in Nederland die voor wandelaars voorheen veel minder toegankelijk waren, maar waarvan je nu ziet dat door natuurontwikkeling en door grootschalige ingrepen er een heel ander landschap ontstaat waar je ook recreatief veel meer mee kunt. En dat is niet alleen vanuit wandelperspectief, maar dat geldt ook voor waterrecreatie. Dat geldt ook voor een ontwikkeling als ‘Ruimte voor de Rivier’, waarin je ziet dat het niet alleen om de feitelijke oorspronkelijke functie van land of water gaat, maar dat er veel beter gekeken wordt naar alle belangen die ergens spelen. En kun je daar bij de inrichting rekening mee houden? Ik heb het idee dat ook waterrecreatie daarbij veel nadrukkelijker op de agenda staat. De scheiding van functies wordt minder groot.”
3) Wat zijn belangrijke ontwikkelingen in jouw vakgebied/werkveld?
“In onze organisatie kijk ik altijd naar de vraag: ‘wat zijn relevante maatschappelijke ontwikkelingen, waar wandelen aan bijdraagt?’, vervolgt Van Dijk. “Lange tijd hebben we vanuit Wandelnet geredeneerd vanuit een toeristisch-recreatief perspectief en keek je naar beleidsvelden als vrijetijdseconomie, toerisme en open lucht recreatie. De laatste jaren zie ik dat er heel veel andere raakvlakken zijn die nog relevanter zijn in onze sector om iets mee te doen. Corona is wat dat betreft een inkopper: aandacht voor gezondheid, preventie, in beweging zijn. Dat zijn zulke relevante vraagstukken waarbij wandelen heel belangrijk kan zijn.”
Verder ziet Van Dijk ontwikkelingen in andere beleidsinvalshoeken en in ruimtelijk opzicht: “In 2011 begonnen we met de lobby rond de Omgevingswet. Daar zitten allemaal grote vragen achter, waar wandelen er ook toe doet. Waarom moet je in Nederland op zondagmiddag eerst met de auto naar het bos om een rondje te wandelen? Dat is toch van de gekke! Ik zie dat onder druk van de coronamaatregelen steeds meer overheden zich daarvan bewust zijn. Dat komt de toegankelijkheid van het buitengebied, de groenblauwe omgeving, maar ook de verweving in de steden ten goede. Iedere Nederlander heeft recht op een ommetje vanaf zijn voordeur. En het kan in je woonwijk of in stedelijk gebied ook gewoon heel leuk zijn om een ommetje te wandelen. Als je in steden kijkt is de natuurlijke manier om naar goede toegankelijkheid en infrastructuur voor wandelen te kijken vaak door het blauwe netwerk te volgen. Water is meestal een gegeven en het is bijna altijd leuk om langs het water te lopen. En vaak is het water de verbindingslijn om andere barrières te slechten. Een ander onderwerp is dat van de hitte en klimaatadaptatie. In die grote onderwerpen zit ook relevantie voor ons werkveld. Daar moeten we echt op weten te schakelen.”
4) De ambities van Waterrecreatie Nederland zijn gebaseerd op de speerpunten ‘Duurzaamheid’, ‘Routenetwerken en voorzieningen’ en ‘Veiligheid’ met als overkoepelend thema ‘Waterbeleving’. Waar zie je raakvlakken/kansen met jouw vakgebied?
Van Dijk begint met Waterbeleving: “We beheren bijna 12000 kilometer Lange-Afstand-Wandelpaden (LAW) in Nederland. Alle LAW’s worden ontwikkeld op basis van een thema dat voor wandelaars beleefbaar is. In veel gevallen speelt water daar een belangrijke rol in.. Bijvoorbeeld het Zuiderzeepad, het Waterliniepad, de Romeinse Limes langs de Oude Rijn, het Biesboschpad, het Kustpad ga zo maar door. En dat komt omdat het water gewoon voor levendigheid zorgt. Ga lekker bij een sluisje zitten als je even een pauze neemt en je hebt altijd wat te kijken. En tegelijk zorgt het water voor een gevoel van rust en ruimte.”
“Op het thema Routenetwerken en voorzieningen hebben we denk ik alles gemeen,” vervolgt Van Dijk. “. We zijn allebei bezig met het belang duiden van de recreatieve routestructuren. Dat belang is zo evident voor Nederlanders, daar hebben we helemaal geen andere opdracht in dan jullie. We hebben daarin alleen misschien andere vraagstukken. Het water kan voor ons een barrière zijn, maar het kan ook de geleiding van de route betekenen. En voor ons is een brug een verbinding en voor jullie kan het een barrière zijn.
Gevraagd naar het thema Duurzaamheid zegt Van Dijk: “Ik vind dat altijd een moeilijk begrip. Als het gaat om de klimaatopgave, dan hebben we gigantisch veel te doen. En dan speelt de nabijheid van functies een grote rol. Kun je in je buurt of dichtbij je woning recreëren? Net zoals iedere wijk een schoolt heeft, zou eigenlijk iedere wijk ook een plek moeten hebben om erop uit te trekken. Dat kun je beweegvriendelijke leefomgeving noemen, maar je kunt het ook zien in het licht van duurzaamheid. Dan hoeft men er niet met de auto naartoe. Zorg dat mensen dichtbij huis aan hun ‘vitamine groen of blauw’ komen. Wandelen is wat dat betreft de meest duurzame vorm van bewegen. Je hebt er niks voor nodig alleen een paar schoenen. Wandelen is daarmee een prima alternatief voor dingen die nog niet duurzaam zijn.”
Het thema Veiligheid heeft voor wandelaars een andere betekenis dan voor waterrecreanten, maar Van Dijk ziet wel een parallel: “Als het gaat om veiligheid is er de laatste jaren, ook onder invloed van corona, sprake van heel intensief gebruik van het buitengebied door veel mensen tegelijk. En dat geeft een flinke druk. Hoe zorg je er nou voor in Nederland dat het voor iedereen leuk blijft om erop uit te trekken? De snelheidsverschillen tussen de verschillende gebruikers, zoals fietsers en wandelaars zorgen ervoor dat het makkelijk onveilig kan worden. Er zit ergens een grens aan hoeveel mensen je op een bepaalde plek kunt ‘verwerken’. Dat vind ik echt een belangrijk thema.”
5) Welke kansen moeten er naar jouw idee als eerste worden opgepakt en met wie/welke partijen moet daarvoor worden samengewerkt?
“Ik zie veel kansen om twee blikvelden, van water naar land en van land naar water, nog meer bij elkaar te brengen. Juist omdat veel wandelroutes ook een blauw thema hebben en het water een belangrijke rol speelt in de beleving van het wandelen.”
Verder ziet Van Dijk kansen voor meer samenwerking als het gaat om de lobby-achtige sfeer: “Het creëren en vrijspelen van ruimte om naar buiten te kunnen. Dat doen we misschien nog teveel gescheiden. Wandelnet neemt daarom ook deel aan BuitenNL en ik zie daarin veel kansen om meer samen op te trekken. Verder is de borging van de recreatieve routenetwerken belangrijk. Genoeg thema’s waar we elkaar op kunnen versterken!”
© foto boven: Erik Wardekker
Gerelateerde interviews:
- Vijf vragen aan: Nicholas Heiner – ‘Je moet de spetters voelen om te weten hoe leuk het is’
- Vijf vragen aan: Friso de Zeeuw – ‘Water in relatie tot ontwikkelen is aantrekkelijk’
- Vijf vragen aan Harry Boeschoten – ‘We moeten leren denken in netwerken‘
- Vijf vragen aan Arjan de Zeeuw (RCE) – ‘Vergroot de beleving door kennis toe te voegen‘
- Vijf vragen aan Michael Huijser – ‘Water verbindt echt‘
- Vijf vragen aan Wesley dos Santos – ‘Het gevoel van vrijheid op het water moet iedereen ervaren’
- Vijf vragen aan Hugo van der Poel – ‘Denk na over een landelijk recreatiebeleid’