Wildzwemmen komt met regelmaat voor, ondanks dat Nederland zo’n 750 officiële zwemlocaties in het open water heeft. Een wegwijzer moet ambtenaren helpen om te bepalen of deze wildzwemplekken tot officiële zwemlocaties kunnen worden ingericht.
Zwemmen in open water mag in principe overal, behalve op plaatsen waar het verboden is. Denk aan vaarwegen van rivieren, kanalen en in de buurt van een brug, sluis of stuw. Toch betekent dit niet dat het even slim is om overal een duik in het water te nemen. Wanneer er wordt gezwommen op een plek dat géén officiële zwemlocatie is, wordt dit ‘wildzwemmen’ genoemd.
Gedoogde plekken
Officieel aangewezen zwemlocaties volgen de Europese Zwemwaterrichtlijn en worden ten minste één keer per maand gecontroleerd op de waterkwaliteit. Op wildzwemplekken gebeurt dit niet. Zwemmen op niet-aangewezen zwemlocaties heeft dus een mogelijk risico voor veiligheid en gezondheid.
Desondanks staan gemeenten wildzwemplekken vaak oogluikend toe. Dit kan extra verwarring opleveren voor bezoekers als er een ballenlijn, bankjes en prullenbakken op het strand staan. Door dit soort voorzieningen lijkt het alsof het een officiële zwemplaats is en de veiligheid en waterkwaliteit geborgd zijn. Om in dit soort situaties meer duidelijkheid te scheppen, heeft de Werkgroep Wildzwemmen een wegwijzer opgesteld.
Wegwijzer wildzwemmen
In de wegwijzer wildzwemmen staat omschreven hoe dit soort ‘grijze locaties’ beoordeeld kunnen worden. Het gaat om locaties waar een ‘groot aantal mensen’ wildzwemmen. Het is aan de provincies om vast te stellen wat in hun gebied een groot aantal is.
Wanneer er een groot aantal mensen op de plek zwemt, moet er worden uitgezocht of:
- de plek veilig is of veilig gemaakt kan worden;
- de inrichting uitnodigt om te zwemmen;
- of de waterkwaliteit in orde is;
- of er kans is op overlast voor de omgeving.
Dit gebeurt in samenwerking met de initiatiefnemer, de locatiehouder, waterbeheerder en provincie. Als alle vinkjes op groen staan, kunnen Gedeputeerde Staten en de waterbeheerder besluiten of de wildzwemplek een officiële zwemwaterlocatie is.
Als blijkt dat vanwege de veiligheid of de waterkwaliteit het niet mogelijk is om een officiële zwemlocatie te maken, moeten er maatregelen genomen worden om het zwemmen op de plek te ontmoedigen. Bijvoorbeeld dor de plek onaantrekkelijk te maken, te informeren over de reden en het aanraden van alternatieven. Als er aanleiding toe is, kan er ook een zwemverbod worden ingesteld.
Meer informatie
Naast de wegwijzer kan er ook meer informatie gevonden worden in een inventarisatie Buitenzwemwater van de gemeente Utrecht. Verder heeft gemeente Amsterdam een ambtelijk handboek Zwemmen & zomerrecreatie aan het water geschreven. Dit handboek is een richtinggevend document binnen de gemeente Amsterdam, maar kan handig zijn voor andere gemeenten die met soortgelijke vraagstukken zitten.
Let op dat in deze documenten nog gerefereerd wordt aan de wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden. Deze wet is met de invoer van de Omgevingswet per 1 januari 2024 komen te vervallen.
Vorig artikel Volgend artikel