BRTN 2020 t/m 2025

Basisvisie Recreatietoervaartnet

Basisvisie Recreatietoervaart 2020 t/m 2025

De evaluatie van de Bestuurlijke Afspraken en de Basisvisie Recreatietoervaart Nederland 2015-2020 en de bijbehorende BRTN classificatiekaart heeft duidelijk gemaakt dat na het 20 jarige Convenant Beleidsvisie Recreatietoervaart een nieuwe alternatieve manier van werken was gevonden om het landelijke basisrecreatietoervaartnet (BRTN) te borgen, beheren en verder te ontwikkelen. Met de routekaart en ervaring met deze werkwijze zijn de Bestuurlijke Afspraken, Basisvisie en BRTN classificatiekaart geactualiseerd voor de periode 2020 t/m 2025.

Het investeren in recreatieve netwerken zoals het landelijke basisrecreatietoervaartnet loont. Het basisrecreatietoervaartnet heeft bewezen een blauwe, veelal groenblauwe ruggengraat te zijn dat onder andere bijdraagt aan welzijn, gezondheid, economie en kwaliteit van de leefomgeving. En dat van waarde is in tijden van voorspoed, maar ook in moeilijkere tijden.

Met de Bestuurlijke Afspraken 2020 t/m 2025 en de bijbehorende Basisvisie Recreatietoervaart Nederland en BRTN classificatiekaart zetten de betrokken provincies, het ministerie van I&W en RWS de samenwerking om eerder gedane investeringen in dit recreatieve netwerk te borgen en op sommige punten verder te ontwikkelen met elkaar voort. Een landelijk netwerk als het basisrecreatietoervaartnet vraagt immers om een aanpak die meer is dan de som der delen. In de periode 2020 t/m 2025 zal op een beperkt aantal locaties investeringen in infrastructuur plaatsvinden. Veel inzet zal met name gericht zijn om het netwerk dat is opgebouwd te borgen en te onderhouden en nog beter te benutten. Hiervoor is beter monitoren ook van belang. Door beter inzicht te hebben in de gebruikers, het gebruik en de (economische) waarde van het gebruik van het basisrecreatietoervaartnetwerk kan ook het recreatieve netwerk weer op een goede manier verbeterd worden. Zo zal in ieder geval op een aantal punten gekeken worden of classificatie en richtlijnen aangescherpt moeten worden. Hoe kan worden bijgedragen aan eerdere thema’s als veiligheid en duurzaamheid, maar ook aan nieuwere thema’s als klimaatadaptatie en gezondheid. En hoe de verbinding met het fijnmazige en internationale netwerk kan worden versterkt. Zo kan het basisrecreatietoervaartnet zich blijven ontwikkelen in relatie tot een omgeving die zelf ook in ontwikkeling is.  Waterrecreatie Nederland voert in het kader van de BRTN 2020 t/m 2025 een landelijke taken uit om bovenstaande mee te helpen realiseren.

Het hoofddoel van de Basisvisie en de BRTN classificatie is:

“Het net van Nederlandse bevaarbare wateren behouden en verder ontwikkelen als één aantrekkelijk, gedifferentieerd en samenhangend recreatietoervaartnet”.

Voor de Basisvisie en BRTN classificatie zijn de volgende specifiekere doelen geformuleerd:

  • Behouden van het bestaande landelijke vaarroutenetwerk en borgen dat de gedane investeringen in het basistoervaartnet hun waarde blijven houden (‘Houden wat je hebt’).
  • Kwalitatief verbeteren van het basistoervaartnet.
  • Opheffen van knelpunten die toegankelijkheid en doorvaart beperken.
  • Bevorderen van bereikbaarheid en veiligheid op het water.
  • Vergroten van de economische, ruimtelijke en sociaal-maatschappelijke betekenis van het basistoervaartnet.
  • Bijdragen aan de internationale positionering van het Nederlandse toervaartaanbod.
  • Gedeeld en gedragen afsprakenkader voor landelijke beleidsmatige, juridische en procesmatige borging en invullen rollen en verantwoordelijkheden.

Classificatiekaart

De classificatie van vaarwegen in het landelijke basistoervaartnet is weergegeven op de BRTN-kaart. Op de kaart wordt een onderscheid gemaakt in zeil- en motorbootroutes (doorgetrokken lijnen) en in motorbootroutes (gestippelde lijnen). Voor beide type routes bestaan verschillende categorie boten op basis waarvan de vaarwegen geclassificeerd zijn. De categorieën gaan van A tot en met D. Per categorie zijn de doorvaartmaten van de schepen aangegeven.

Doorvaartmaten-basistoervaartnet-web

Brughoogten en vaarwegdiepten

De doorvaartmaten van de schepen worden vertaald naar de benodigde brughoogten en vaarwegdiepten. De brughoogten wordt bepaald aan de hand van de benodigde ‘schrikhoogte’ en ‘kielspeling’. Deze verschillen per type vaarweg. Op een groot open water is er meer deining, de schrikhoogte is dan ook hoger. In de Richtlijnen Vaarwegen 2017 is meer informatie te vinden over de exacte brughoogten.

Houden wat je Hebt!

Er zijn in Nederland veel BRTN-vaarwegen die geschikt zijn om met grotere (hogere) boten te kunnen bevaren dan de aangegeven BRTN-classificatie. Voor deze wateren geldt niet alleen de minimum BRTN-doorvaarthoogte en doorvaartdiepte, maar ook het principe ‘houden wat je hebt’.  Daarmee kunnen vaarroutes worden behouden voor de grotere boten zonder dat er sprake is van ingrepen in de doorvaarthoogte.

Hierbij dienen overigens wel duidelijke minimum-doorvaartmaten te worden gehandhaafd. Bruggen mogen niet lager worden dan de BRTN-doorvaartmaten, wil de vaarweg zijn functie in de toekomst niet verliezen. De beheerders van de vaarwegen hebben zo steeds de vrijheid én de verantwoordelijkheid om ‘naar boven’ van de minimumnorm af te wijken. Het is een principe, geen wetmatigheid. Er kan onderbouwd van worden afgeweken. Van de beheerders wordt daarbij gevraagd steeds een vaarweg of vaarroute als één geheel te beschouwen.